Podcast 80 jaar bevrijding Ureterp - Bonny Bijma - Miedema


Bonny Bijma - Miedema

Geboren op 3-2-1933 te Koartsweagen

92 jaar

Ik was zeven jaar en zat in de tweede klas, toen de oorlog begon. Van de vijf jaar basisonderwijs die ik had moeten krijgen, heb ik er uiteindelijk maar drie echt meegemaakt. In de winter was er te weinig brandstof om te stoken, onze meester moest onderduiken omdat hij werd gezocht, en op een gegeven moment maakten de Duitsers van onze school hun hoofdkwartier.

In oorlogstijd zag je dingen die een kind eigenlijk nooit zou moeten zien. Het was heel normaal dat gevechtsvliegtuigen over ons heen vlogen, onderweg naar Duitsland of Engeland. Maar op een dag werd er een vliegtuig boven ons neergeschoten. Mijn vriendinnetjes en ik vonden later de piloot. Hij had geprobeerd te ontsnappen, maar hing verbrand aan zijn parachute in een boom. Dat beeld ben ik nooit vergeten.

Mijn ouders waren op hun eigen manier nauw betrokken bij de oorlog. Zo vingen zij drie jaar lang een half-Joodse jongeman op – een konijnenfokker. Wij kinderen mochten er niet veel van weten, maar we begrepen wel dat het gevaarlijk was.

Mijn vader was op een of andere manier betrokken bij het verzet. Er kwam regelmatig een verzetsstrijder bij ons over de vloer om spullen op te halen of te brengen. Ik begreep toen nog niet waarom mijn vader na zo’n bezoek soms zo stil en terneergeslagen was. Later leerde ik dat die man het moeilijk had met wat hij moest doen. Hij had ooit iemand moeten neerschieten die verdacht werd van verraad. Daar had hij het zwaar mee, en bij ons vond hij af en toe een luisterend oor.

Mijn moeder was ook strijdvaardig, op haar eigen manier. Op een dag wilde ze zeep lenen van een vriendin, omdat mijn vader naar het ziekenhuis moest. Toen die vriendin zei dat ze het alleen wilde verkopen – voor vijfentwintig gulden – ontplofte mijn moeder. Het raakte haar diep. Het waren harde tijden, waarin niet iedereen bereid was te delen.

Soms gebeurde er iets dat zo schokkend was, dat het je je hele leven bijblijft. Zo zagen wij met eigen ogen hoe onze buurman werd meegenomen door de Duitsers. Ze hadden gehoord dat hij een Joodse vrouw in huis had. Dat klopte – hij was met haar getrouwd. Maar zij konden haar niet vinden. Later hoorden we dat hij in Oostenrijk is vermoord. En zij? Zij was zwanger. Wat moet dat een nachtmerrie zijn geweest, voor haar.

We werden uiteindelijk bevrijd op 14 april. Hoe we het hoorden? Tijdens onze evacuatie kwam er een man op ons af. “Jullie hoeven niet meer weg!” riep hij. “We zijn vrij!”

Mijn vriendinnetjes en ik renden meteen terug naar het dorp, op zoek naar het Canadese leger. De maanden daarna waren één grote feestperiode. Overal werden festiviteiten georganiseerd. De mensen waren ineens zo anders – lichter, blijer, opgelucht. Alsof er een enorme last van hen was afgevallen.

© Tekst: Historische Commissie Ureterp

Gerelateerde informatie


Onderwerpen



Reageren

Via onderstaand formulier kunt u een reactie achterlaten voor de auteur of de eigenaar van het item. (Historische Commissie Ureterp)